Zo ziet de loonstrook eruit in 2016


Het merendeel van de werknemers ziet op zijn salarisstrook in januari een stijging van het nettoloon. Wie profiteren het meest?

Na een zware decembermaand waarin we weer veel te veel geld hebben uitgegeven, wordt januari een opluchting. De meeste Nederlandse werknemers zien deze maand een stijging van hun nettoloon terug op hun loonstrook.

Minimumloners zien hun salaris stijgen met 76 euro netto per maand, mede door de stijging van het bruto minimumloon die vorig jaar werd bepaald. Modale inkomens houden 69 euro netto meer over en medewerkers die twee keer modaal verdienen 52 euro netto per maand. Kleine dip voor de mensen die anderhalf keer modaal verdienen: zij zien slechts 6 euro meer gestort worden op hun bankrekening.

Vooral de lagere belastingtarieven uit het Belastingplan 2016 die afgelopen december werd goedgekeurd, zorgen ervoor dat er voor veel medewerkers een verhoging in zit. (Lees onderaan meer over de stijgingen per sector.)

Hogere arbeidskorting

Dat de meeste werknemers in 2016 onder de streep een hoger bedrag overhouden, heeft drie oorzaken. Allereerst daalt het belastingtarief in de tweede en derde schijf van 42 procent naar 40,40 procent. Daar komt bij dat de derde schijf is opgerekt waardoor jaarinkomens tussen de 56.000 en 66.400 euro voor het laatste deel van het loon in het 40 procent-tarief vallen, in plaats van het hoogste tarief van 52 procent.
Tenslotte profiteren vooral de jaarinkomens tot 34.500 euro van een hogere arbeidskorting: het maximale bedrag daarvoor stijgt met 883 euro naar 3.103 euro.

1,5 keer modaal ‘de klos’

Een dip in de stijging van het nettoloon treedt op bij de lonen van 1,5 keer modaal, zo laten de berekeningen van ADP zien. Die gaan er slechts 6 euro per maand op vooruit. Oorzaak is de afbouw van de algemene heffingskorting.

Let op: nieuwe wijzigingen per april

Belangrijk om te zeggen: de stijgingen gelden slechts tijdelijk. Doordat de Kamer pas relatief laat (22 december) instemde met de wijzigen in het Belastingplan 2016, kon de overheid de systemen niet tijdig aanpassen. In de eerste drie maanden wordt daarom gewerkt met het oorspronkelijke tarief van 40,20 procent. De nettolonen wijzigen daardoor opnieuw per 1 april.
Het tekort aan belasting over de eerste drie maanden wordt in de nieuwe tabellen en rekenregels per 1 april verrekend. Een modaal salaris levert dan weer 4 euro per maand in. Voor diegenen met een salaris van 5.250 euro of meer betekent deze wijziging een achteruitgang van iets meer dan 10 euro netto per maand.

De netto loonstijging per sector

Uiteraard verschillen de stijgingen van het netto loon uiteraard per sector. We zetten de verschillen op een rij:

‘Lagere’ ambtenaar boft het meest
Ambtenaren hebben het grootste profijt van de veranderende belastingtarieven en hogere arbeidskortingen. Zo gaat drie keer modaal er met een positief verschil van 111 euro netto per maand het meest op vooruit.
Relatief gezien stijgt het nettoloon van een ambtenaar met een minimumloon het meest: hij houdt netto bijna 6,5 procent meer over. Inclusief de stijging van het bruto minimumloon betekent dit een voordeel van 82 euro per maand.
Als uitzondering op de andere sectoren betalen ambtenaren in 2016 aanzienlijk minder pensioenpremie. Dit komt onder meer door de afschaffing van het aanvullend partnerpensioen. Maar ook door de verminderde pensioenopbouw die vorig jaar werd afgesproken in het loonakkoord. De inhouding bij werknemers daalt met 0,93 procent. In absolute bedragen betekent dat bij een modaal loon een besparing van 23 euro per maand en een totale netto stijging van 93 euro per maand. Iemand die twee keer modaal verdient, is maandelijks 55 euro minder aan pensioenpremie kwijt en ziet het nettoloon stijgen met 82 euro per maand.

Bouw
Werknemers in de bouwsector ontvangen een hoger loon in 2016. Conform het algemene beeld stijgen de lonen van bouwvakkers met een bruto salaris tussen 1.500 en 2.500 euro het hardst. Zij profiteren van de hogere arbeidskorting. Een minimumloner in de bouw gaat er 86 euro op vooruit. Bij modale inkomens in deze sector is dat 65 euro. Bij de berekeningen voor de bouwsector is rekening gehouden met een loon per vier weken.

Metaal en Techniek
Ook in de metaalsector gaan de lagere inkomens er op vooruit, maar vanaf 3.000 euro bruto per maand neemt de stijging af. Dit komt doordat de afbouw van de algemene heffingskorting sneller en steiler afloopt. Ook in deze sector is de stijging het laagst bij lonen van rond de 5.000 euro per maand. Werknemers in deze branche gaan ook iets minder pensioenpremie betalen (0,23 procent). Dat scheelt maximaal 8 euro per maand.

Zorg en Welzijn
Werknemers in de sector Zorg en Welzijn blijven hetzelfde inhoudingspercentage van 10,43 procent aan pensioenpremies betalen. Ook hier zien we dat de lagere lonen er meer op vooruit gaan, met name door de hogere arbeidskorting. Een minimumloner in de zorg gaat er in 2016 maandelijks 70 euro op vooruit; modale inkomens zien hun loon stijgen met 73 euro.

Transport
In de transportsector gaat een modaal loon er maandelijks netto 71 euro op vooruit. Anderhalf keer modaal stijgt 18 euro en twee keer modaal stijgt met 31 euro netto. Ook in deze sector verschillen de pensioenpremies nauwelijks ten opzichte van vorig jaar.

Addertje voor huizenbezitters

Huizenbezitters dienen wel rekening te houden met de hypotheekrenteaftrek. Voor werknemers met een bruto maandsalaris tussen 4.500 en 5.150 euro en een eigen huis zit er namelijk een addertje onder het gras: zij kunnen minder hypotheekrente aftrekken doordat lonen voortaan pas vanaf 66.400 euro bruto per jaar in het toptarief vallen. Ook andere huizenbezitters kunnen minder hypotheekrente aftrekken doordat de belastingtarieven dalen in de tweede en derde schijf.

Bron: PWdegids

Vraag? Stel hem gerust aan één van onze teamleden.

Bij Bond is er altijd een luisterend oor. Op zoek naar een oplossing voor uw financiële vraagstuk? Het begint met een e-mail naar één van onze teamleden.